Synology Drive Client
Synology Drive Client-bureaubladtoepassing is een bureaubladhulpprogramma die bestandsynchronisatie en computerback-upservice biedt op meerdere clientcomputers naar een gecentraliseerde server, Synology Drive Server.
Inhoud
Voor u begint
Let op het volgende:
- De compatibiliteit, systeemvereisten en functiespecificaties van Synology Drive Client vindt u in Technische specificaties.
- Alvorens het hulpprogramma in te stellen, moet u een Synology NAS kiezen die als hostserver gaat fungeren en daarop Synology Drive Server installeren.
- Om de bestandssynchronisatie- en beheeroplossing van Synology Drive Admin Console, Synology Drive of Synology Drive ShareSync te gebruiken, logt u in met een account van de administrators-groep van uw DSM en gaat u naar Package Center om het Synology Drive Server-pakket te installeren .
Synology Drive Client starten
Download en installeer Synology Drive Client van het Synology Download Center. Volg de instructies in dit gedeelte om de synchronisatieservice van Synology Drive te configureren.
De installatiewizard van Synology Drive Client starten:
- Ga op uw Windows-computer naar Start > Alle programma's > Synology Drive Client.
- Ga op uw macOS-computer naar Finder > Toepassingen > Synology Drive Client.
- Ga op uw Linux-computer naar Dash > Toepassingen > Synology Drive Client.
- Klik op Nu starten en selecteer Synchronisatietaak of Back-uptaak in de wizard om aan de slag te gaan.
Uw synchronisatietaken configureren
U kunt synchronisatietaken maken om bestanden tussen de Synology Drive en meerdere computers te synchroniseren om de productiviteit en bestandstoegankelijkheid te verbeteren.
Om een synchronisatietaak te maken:
- Voer IP-adres of QuickConnect ID, gebruikersnaam en wachtwoord in van uw Synology NAS. Voor domeingebruikers: gebruik uw naam of gebruikersnaam om u aan te melden. Voor LDAP-gebruikers: gebruik "gebruikersnaam@Base_DN" om u aan te melden. U kunt ook verbinden via IPv6 of proxyservice. Klik op Volgende.
- Als u geen verbinding kunt maken met uw Synology NAS, zorg er dan voor dat u Synology Drive Server hebt geïnstalleerd en controleer de internetverbinding, of ga naar Algemene instellingen om de proxy te configureren.
- U kunt ook rechtsklikken op het zoekpictogram en Synology Drive Client zoekt automatisch naar Synology NAS-apparaten in uw LAN.
- Selecteer Synchronisatietaak en klik op Volgende.
- Controleer het pad naar de lokale en externe mappen die u wilt synchroniseren. Klik op Wijzigen om verschillende mappen voor synchronisatie te selecteren.
- Voor Windows 10-computers kunt u Synchronisatie op verzoek inschakelen om het capaciteitsgebruik op de computer en server te verlagen. Voor meer informatie raadpleeg deze FAQ.
- Klik op Geavanceerd om de volgende synchronisatie-instellingen verder aan te passen:
- In Map en Bestandsfilter kunt u mappen en bestanden selecteren die u niet wilt synchroniseren:
- Max. bestandsgrootte: alle bestanden groter dan de hier opgegeven waarde zullen niet gesynchroniseerd worden.
- Bestandsnaam: bestanden met de aangegeven bestandsnaam worden niet gesynchroniseerd.
- Bestandsextensie: de aangegeven bestandsextensie wordt niet gesynchroniseerd. Voeg *.extensie toe aan de tabel, bijv. *.iso.
- U kunt in Synchronisatiemodus geavanceerde synchronisatie-opties configureren.
- De synchronisatierichting kan tweerichtingssynchronisatie, eenrichtingsupload of eenrichtingsgegevensdownload van de server zijn. U kunt deze configuratie later wijzigen in Synchronisatieregels > Synchronisatiemodus door op de taak te klikken.
- Voor Eenrichtingsuploadtaken schakelt u het selectievakje Lokaal verwijderde bestanden op de server bewaren in als u wilt items ook op de server wilt verwijderen wanneer ze op de computer worden verwijderd.
- Voor Windows 10-computers kunt u Synchronisatie op verzoek inschakelen om het capaciteitsgebruik op de computer en server te verlagen.
- U kunt ervoor kiezen het selectievakje Geavanceerde consistentiecontrole inschakelen uit te schakelen om de benodigde tijd en systeembronnen voor bestandsvergelijkingen te verlagen. Dit verlaagt de nauwkeurigheid bij bestandsvergelijkingen.
- Klik op Gereed om de instellingen op te slaan.
Opmerking:
- Om uw QuickConnect ID te achterhalen, meldt u zich bij DSM aan met een account van de groep administrators en gaat u naar Configuratiescherm > Externe toegang > QuickConnect (voor DSM 7.0 of hoger) of naar Configuratiescherm > QuickConnect (voor DSM 6.2 of eerder) om de informatie te controleren.
- Als u geen verbinding kunt maken met het Synology NAS of als u de verbinding met uw gebruikersgegevens niet kunt machtigen, controleer dan uw netwerkinstellingen en ga na of uw toegang tot Synology Drive door uw DSM-beheerder is ingeschakeld in Configuratiescherm > Machtigingen toepassingen (voor DSM 7.0 of hoger) of Machtigingen (voor DSM 6.2 of eerder) > Synology Drive.
- Hebt u alleen-lezenbevoegdheid voor een extern Team-map, dan kunt u uitsluitend een alleen-downloadtaak maken. Dit betekent dat alle wijzigingen in de lokale map niet worden gesynchroniseerd naar Synology Drive. Alleen accounts met lees-/schrijfbevoegdheden voor de externe map kunnen de bidirectionele en alleen-upload synchronisatietaken configureren.
- U kunt de maximale bestandsgrootte instellen als een cijfer tussen 0-10240000 MB, waarbij 0 voor onbeperkt staat. De Hybrid Share-bestandsgrootte moet tussen 1-65536 MB liggen.
- Geavanceerde consistentiecontrole inschakelen garandeert ultieme synchronisatienauwkeurigheid, terwijl Synology Drive Client bijkomende criteria vergelijkt zoals hash, uitvoeringsbit en bestandsmachtigingen in verschillende scenario's waarin samenvoegen van bestanden wordt vereist. Hierdoor neemt de uitvoering van dergelijke synchronisatietaken meer tijd en bronnen in beslag.
- De optie Synchronisatie op verzoek inschakelen is momenteel beschikbaar voor Windows 10 versie 1809 en hoger. Alleen NTFS-schijven of lokale synchronisatiemappen die GEEN rootdrive-mappen of homedirectory's zijn (bijvoorbeeld C-drive, D-drive of C:\Gebruikers\<gebruikersnaam>) kunnen worden geselecteerd als Synchronisatie op verzoek-map.
- In een Windows-omgeving kunt u tot 64 synchronisatietaken met Synology Drive Client maken. Raadpleeg de onderstaande instructie om nieuwe taken en verbindingen toe te voegen.
Een nieuwe synchronisatietaak toevoegen:
- Ga naar Synchronisatietaken en klik op Maken.
- selecteer een verbonden server en maak een verbinding met een nieuwe server waarop u een nieuwe taak wilt maken en klik op Volgende.
- Kies ervoor om My Drive of Team-map te synchroniseren.
- Kies de lokale map en externe map die u wilt synchroniseren en configureer de Geavanceerde instellingen.
- Voor Windows 10-computers kunt u Synchronisatie op verzoek inschakelen om het capaciteitsgebruik op de computer en server te verlagen.
- Klik op Gereed om de installatie te voltooien.
Opmerking:
- Mappen die niet kunnen worden geselecteerd, zijn mappen die al worden gebruikt voor synchronisatietaken, of bovenliggende of onderliggende mappen van gesynchroniseerde mappen.
- Mappen die niet kunnen worden geselecteerd voor taken met Synchronisatie op verzoek zijn lokale mappen die al zijn gesynchroniseerd met Synchronisatie op verzoek van Synology Drive, File On-Demand van OneDrive of iCloud Drive en hun onderliggende mappen.
- De volgende bestands- en schijftypes worden niet ondersteund op Synology Drive-synchronisatietaken:
- macOS-alias
- Windows/macOS-gekoppelde schijven
- Windows-snelkoppelingen
- Windows symbolische koppelingen
- Verborgen bestanden
- Windows-mappen met deze attributen:
- OFFLINE
- REPARSE_POINT
- SYSTEM
- TEMPORARY
Een synchronisatietaak verwijderen:
- Selecteer de verbinding die u wilt ontkoppelen op de pagina Synchronisatietaken.
- Klik op Verwijderen.
Uw synchronisatietaken beheren
U kunt uw synchronisatietaken beheren met de knoppen bovenaan de hoofdpagina.
Om uw synchronisatietaken te beheren:
- Selecteer de synchronisatietaak die u wilt beheren.
- Klik op Onderbreken, Hervatten of Verwijderen om de taak te onderbreken, te hervatten of te verwijderen.
- In uw synchronisatiemap kunt u ook met de rechtermuisknop op een onderliggende map klikken, Synology Drive selecteren en op Synchronisatie van deze map stoppen of Synchronisatie van deze hervatten klikken.
Opmerking:
- na verwijdering van een taak kan een volledige hersynchronisatie nodig zijn als u opnieuw een wilt koppelen. Bij het instellen van een nieuwe verbinding zal Synology Drive automatisch bestaande bestanden vergelijken en alleen uitgevoerde wijzigingen uploaden of downloaden.
Om uw synchronisatieregels te wijzigen:
- selecteer de synchronisatietaak die u wilt beheren en klik op Synchronisatieregels.
- Configureer de synchronisatieregels opnieuw op de tabbladen Map, Bestandsfilter en Synchronisatiemodus.
Uw bestanden synchroniseren en beheren
Nadat u Synology Drive Client op alle computers hebt geïnstalleerd, kunt u beginnen om bestanden tussen uw verbonden Synology NAS en uw andere computers te synchroniseren.
Voer een van de volgende handelingen voor toegang tot uw bestanden:
- Klik op de onderstaande koppeling om de Synology Drive-map op uw computer te openen en selecteer vervolgens de bestanden of mappen die u wilt openen.
- Klik in de Synology Drive Client menubalk in de rechterbovenhoek op het mappictogram voor toegang tot de lokale synchronisatiemappen vanaf verschillende verbonden servers.
Voer een van de volgende handelingen uit om uw bestanden te synchroniseren:
- Plaats uw bestanden in de Synology Drive-map op uw computer om de synchronisatie van bestanden te starten. Tijdens het synchronisatieproces van de bestanden verschijnt een blauw symbool op het toepassingspictogram in de systeembalk van uw computer dat na voltooien van het synchronisatieproces door een groen symbool wordt vervangen. Bij het pauzeren van de synchronisatie verschijnt een grijs symbool.
- Rechtsklik op een van uw computerbestanden om het te kopiëren naar uw Synology Drive-synchronisatiemap.
Wilt u het synchronisatieproces onderbreken of hervatten, klik dan op het toepassingspictogram in het systeemvak van uw computer en selecteer vervolgens Onderbreken of Hervatten.
Synchronisatie Gedeeld met mij inschakelen:
- Als u synchronisatie Met mij gedeeld wilt inschakelen, selecteert u de synchronisatietaak en klikt u op Verbinding bewerken. Vink op het tabblad Met mij gedeeld, Met mij gedeeldaan om de synchronisatie in te schakelen. Klik op Wijzigen om de maplocatie te wijzigen voor het opslaan van met mij gedeelde bestanden.
- U kunt ook op het pictogram Synology Drive Client in het systeemvak klikken, naar Meldingen gaan, op een gedeeld item klikken en op Dit item synchroniseren klikken.
Opmerking:
- Synology Office-bestanden kunnen worden gesynchroniseerd. Om ze in browsers te kunnen bekijken, moet uw clientapparaat een netwerkverbinding hebben met de Synology NAS. Versiebeheer kan niet worden uitgevoerd op de computer. Als een eerdere versie van uw Synology Office-bestand is vereist, kunt u rechtstreeks teruggaan naar de versie in Synology Drive webportaal.
- Onderbreken/beëindigen van synchronisatie Gedeeld met mij: selecteer Gedeeld met mij die u wilt onderbreken of beëindigen in Synchronisatietaken en klik op Onderbreken/Verwijderen om door te gaan met de procedure.
Synchronisatietaakregels:
- Synology Drive Client zal standaard geen bestanden en mappen synchroniseren onder de volgende voorwaarden:
- Het bestand behoort tot een van de volgende bestandstypes: tmp, temp, swp, lnk
- De bestandsnaam begint met een tilde (~)
- De bestandsnaam is of bestaat uit de volgende tekens:
- @eadir
- .SynologyWorkingDirectory
- #recycle
- desktop.ini
- .DS_STORE
- Icon\r
- thumbs.db
- $Recycle.Bin
- @sharebin
- System Volume Information
- Program Files
- Program Files (x86)
- ProgramData
- #snapshot
- Voor Windows:
- De map of het bestandspad de volgende tekens bevat: * : ? \ / " < > |
- De map of het bestandspad is langer dan 247 tekens
- De bestandsnaam is langer dan 255 tekens
- Het bestandstype is een snelkoppeling of symbolische koppeling
- bestanden of mappen met deze attributen:
- OFFLINE
- REPARSE_POINT
- SYSTEM
- TEMPORARY
- Voor macOS:
- De map of het bestandspad de volgende tekens bevat: \ /
- De map of het bestandspad is langer dan 768 tekens
- De bestandsnaam is langer dan 255 tekens
- Het bestand behoort tot een van de volgende bestandstypes:
- Pictogram
- Socket
- Apparaatnode
- FIFO
- Voor Linux:
- De map of het bestandspad de volgende tekens bevat: \ /
- De map of het bestandspad is langer dan 2.048 tekens
- De bestandsnaam is langer dan 255 tekens
- Het bestand behoort tot een van de volgende bestandstypes:
- Houd er bij het instellen van bestandsnamen die u niet wilt synchroniseren rekening mee dat in Windows bestandsnamen met hoofdletters en kleine letters worden beschouwd als hetzelfde bestand (bijv. A.txt en a.txt), maar op Linux- en macOS-systemen worden ze als verschillende bestanden gezien.
- .pst-bestanden worden niet ondersteund omdat de overdracht van .pst-bestanden niet kan worden gegarandeerd.
- Netwerkschijven en verwijderbare apparaten (zoals USB-schijven of SD-kaarten) worden ondersteund op Synology Drive. Aangezien bestandswijzigingen mogelijk niet worden gedetecteerd op deze schijven en apparaten, raden we aan deze alleen te gebruiken als lokale synchronisatiemap voor alleen-downloadtaken.
- Als de lokale map een koppelpunt bevat, zullen bestanden in het koppelpunt mogelijk niet worden gesynchroniseerd omdat Synology Drive bestandswijzigingen in een koppelpunt niet kan detecteren.
Om eerdere versies van een gesynchroniseerd bestand te downloaden:
- Rechtsklik op het bestand en selecteer Synology Drive > Vorige versies doorbladeren.
- Zoek de versie die u wilt downloaden en klik op het pictogram Downloaden.
- Voer de bestandsnaam in en selecteer het doel om het bestand op te slaan.
Om een gedeelde bestandskoppeling te maken:
- Rechtsklik op het bestand dat u wilt delen en selecteer vervolgens Synology Drive > Koppeling ophalen.
- Als u de managermachtiging voor het item hebt, kunt u de delingsmachtiging van de koppeling aanpassen of DSM-gebruikers specificeren. Klik op Toepassen om uw instellingen te voltooien. De koppeling wordt gekopieerd naar uw klembord.
De bestandsstatus begrijpen
Pictogram-overlays
Pictogram-overlays geven de status aan en verschijnen in de linkerbenedenhoek van bestanden of mappen in uw lokale Synology Drive-map. U kunt het selectievakje Toon pictogram-overlay voor bestandsstatus uitschakelen in Algemene instellingen > Weergeven als u geen overlays wenst.
Pictogram |
Description |
|
Dit pictogram geeft aan dat uw bestand of map is gesynchroniseerd en geüpdatet of nog moet worden verwerkt. |
|
Dit pictogram geeft aan dat uw bestand of map is gefilterd en nog niet is gesynchroniseerd. Mogelijke oorzaken zijn: een systemstandaardfilter, synchronisatieregelfilter, serverprofielinstellingen of ACL-machtigingen. U kunt het selectievakje Toon pictogram-overlay voor niet-gesynchroniseerde bestanden uitschakelen in Algemene instellingen > Weergeven als u dit pictogram niet wenst. |
|
Dit pictogram geeft aan de synchronisatie wordt uitgevoerd. |
|
Dit pictogram geeft aan dat u alleen-lezen machtiging hebt tot het gesynchroniseerde bestand of map. |
Statusindicator voor Synchronisatie op verzoek-taken
Voor taken met ingeschakeld Synchronisatie op verzoek wordt de huidige synchronisatiestatus met de onderstaande pictogrammen weergegeven.
Pictogram |
Description |
|
Dit pictogram geeft aan dat uw bestand of map beschikbaar is wanneer u online bent en geen schijfcapaciteit in beslag neemt. U kunt een lokale kopie openen en downloaden naar de computer of rechtsklik op het bestand en selecteer Synology Drive > Lokale kopie permanent vastmaken om een lokale kopie te behouden. |
|
Dit pictogram geeft aan dat uw bestand of map al naar een lokale computer is gedownload en offline kan worden bekeken. Selecteer met een rechtsklik op het bestand Synology Drive > Maak ruimte vrij om het lokale bestand handmatig te verwijderen en ruimte vrij te maken. Als uw computer echter weinig schijfcapaciteit heeft, worden deze lokale kopieën automatisch verwijderd om ruimte vrij te maken. De pictogrammen veranderen in het cloudpictogram en deze bestanden en mappen zijn nog steeds beschikbaar wanneer ze online zijn. |
|
Dit pictogram geeft aan dat het bestand permanent is vastgemaakt op de lokale computer en offline kan worden bekeken. Wanneer uw computer weinig schijfcapaciteit heeft, worden deze permanent vastgemaakte kopieën niet automatisch verwijderd om ruimte vrij te maken. |
Uw back-uptaken configureren
U kunt back-uptaken maken om uw bestanden van meerdere clientcomputers naar de Synology Drive-server te back-uppen en computergegevens te beschermen.
Een back-uptaak maken:
- Voer IP-adres of QuickConnect ID, gebruikersnaam en wachtwoord in van uw Synology NAS. Voor domeingebruikers: gebruik uw naam of gebruikersnaam om u aan te melden. Voor LDAP-gebruikers: gebruik "gebruikersnaam@Base_DN" om u aan te melden. U kunt ook verbinden via IPv6 of proxyservice. Klik op Volgende.
- Als u geen verbinding kunt maken met uw Synology NAS, zorg er dan voor dat u Synology Drive Server hebt geïnstalleerd en controleer de internetverbinding, of ga naar Algemene instellingen om de proxy te configureren.
- U kunt ook rechtsklikken op het zoekpictogram en Synology Drive Client zoekt automatisch naar Synology NAS-apparaten in uw LAN.
- Selecteer Back-uptaak en klik op Volgende.
- Selecteer de lokale mappen die u wilt back-uppen.
- Klik op Back-upregels om de back-upinstellingen verder te wijzigen.
- Max. bestandsgrootte: van bestanden die groter zijn dan de hier opgegeven grootte, wordt geen back-up gemaakt.
- Bestandsnaam: van bestanden met de aangegeven bestandsnaam wordt geen back-up gemaakt.
- Bestandsextensie: van bestanden met de aangegeven bestandsextensie wordt geen back-up gemaakt. Voeg *.extensie toe aan de tabel, bijv. *.iso.
- Vink Back-up bestanden en mappen met het voorvoegsel "." aan als u een back-up van dergelijke bestanden wilt maken.
- Vink Back-up tijdelijke bestanden en mappen aan als u een back-up van temp-bestanden wilt maken.
- Vink Lokaal verwijderde bestanden behouden op het externe back-updoel aan om te voorkomen dat geback-upte bestanden worden verwijderd.
- Klik op Toepassen om de instellingen op te slaan.
- Het doel van de geback-upte gegevens worden onderaan in het venster weergegeven. Klik op Selecteren om uw back-updoel te wijzigen:
- Doelmap: Synology Drive maakt een map met uw computernaam in het back-updoel.
- Selecteer een back-updoel op uw NAS: Kies een extern mappad voor de back-updoelmap.
- Klik op OK om alle instellingen op te slaan.
- Na het configureren van uw back-upinstellingen, bron- en doelmappaden, klikt u op Volgende.
- Selecteer een back-upmodus voor de back-uptaak en klik vervolgens op Volgende.
- Continue back-up: Maakt een back-up van bestanden wanneer er wijzigingen worden aangebracht in de geselecteerde back-upbron.
- Handmatige back-up: Maakt een back-up van bestanden wanneer u op Nu back-up maken klikt.
- Geplande back-up: Maakt een back-up volgens een schema.
- Selecteer de dagen waarop u de back-uptaak wilt uitvoeren in het vervolgkeuzemenu Uitvoeren op.
- Selecteer de tijd waarop u de back-uptaak wilt starten in het vervolgkeuzemenu Starttijd.
- Selecteer de frequentie waarop de back-uptaak moet worden uitgevoerd in het vervolgkeuzemenu Frequentie. U kunt de back-up een keer per dag of om een bepaalde tijdsperiode uitvoeren.
- Als u een andere frequentie dan Eenmaal per dag kiest, kunt u de tijd voor de laatste back-up selecteren op de geselecteerde dagen in het vervolgkeuzemenu Laatste uitvoeringstijd.
- Selecteer de tijd waarop de laatste back-uptaak moet eindigen in de geplande dag of de volgende dag in het vervolgkeuzemenu Eindtijd.
- Schakel de selectievakjes in als u Automatisch afsluiten na het uitvoeren van de laatste back-uptaak van de dag wilt inschakelen of Onvoltooide back-uptaken voortzetten wanneer het systeem weer in werking is.
- Controleer de samenvatting van de back-upinstellingen en klik op Gereed om de instelling te voltooien.
Opmerking:
- Synology Drive-back-up-taak staat een gelijktijdige verbinding met de server toe.
- Om uw QuickConnect ID te achterhalen, meldt u zich bij DSM aan met een account van de groep administrators en gaat u naar Configuratiescherm > Externe toegang > QuickConnect (voor DSM 7.0 of hoger) of naar Configuratiescherm > QuickConnect (voor DSM 6.2 of eerder) om de informatie te controleren.
- Als u geen verbinding kunt maken met het Synology NAS of als u de verbinding met uw gebruikersgegevens niet kunt machtigen, controleer dan uw netwerkinstellingen en ga na of uw toegang tot Synology Drive door uw DSM-beheerder is ingeschakeld in Configuratiescherm > Machtigingen toepassing (voor DSM 7.0 of hoger) of Machtigingen (voor DSM 6.2 of eerder) > Synology Drive.
- Hebt u geen alleen-lezenmachtiging voor een externe gedeelde map dan kunt u die niet instellen als uw back-updoel.
- Wanneer u het selectievakje Lokaal verwijderde bestanden behouden op het externe back-updoel inschakelt, zal het verwijderen van lokale bestanden/mappen niet van invloed zijn op eerder op uw extern doel opgeslagen gegevens.
- U kunt de maximale bestandsgrootte instellen als een cijfer tussen 0-10240000 MB, waarbij 0 voor onbeperkt staat. De Hybrid Share-bestandsgrootte moet tussen 1-65536 MB liggen.
Back-uptaakregels:
- De volgende bestandsindelingen en schijftypen worden niet ondersteund in Drive-back-uptaak:
- macOS-alias
- Windows/macOS-gekoppelde schijven
- Windows-snelkoppelingen
- Windows symbolische koppelingen
- Verborgen bestanden
- Windows-mappen met deze attributen:
- OFFLINE
- REPARSE_POINT
- SYSTEM
- TEMPORARY
- Synology Drive Client zal standaard geen bestanden en mappen back-uppen onder de volgende voorwaarden:
- Het bestand behoort tot een van de volgende bestandstypes: tmp, temp, swp, lnk
- De bestandsnaam begint met een tilde (~)
- De bestandsnaam is of bestaat uit de volgende tekens:
- @tmp
- @eadir
- .SynologyWorkingDirectory
- #recycle
- desktop.ini
- .DS_STORE
- Icon\r
- thumbs.db
- $Recycle.Bin
- tmp
- temp
- @sharebin
- System Volume Information
- Program Files
- Program Files (x86)
- ProgramData
- #snapshot
- Voor Windows:
- De map of het bestandspad de volgende tekens bevat: * : ? \ / " < > |
- De map of het bestandspad is langer dan 247 tekens
- De bestandsnaam is langer dan 255 tekens
- Het bestandstype is een snelkoppeling of symbolische koppeling
- bestanden of mappen met deze attributen:
- OFFLINE
- REPARSE_POINT
- SYSTEM
- TEMPORARY
- Voor macOS:
- De map of het bestandspad de volgende tekens bevat: \ /
- De map of het bestandspad is langer dan 768 tekens
- De bestandsnaam is langer dan 255 tekens
- Het bestand behoort tot een van de volgende bestandstypes:
- Pictogram
- Socket
- Apparaatnode
- FIFO
- Voor Linux:
- De map of het bestandspad de volgende tekens bevat: \ /
- De map of het bestandspad is langer dan 2.048 tekens
- De bestandsnaam is langer dan 255 tekens
- Het bestand behoort tot een van de volgende bestandstypes:
- We raden op macOS aan om het APFS-bestandssysteem voor externe schijven te gebruiken om fouten door bestanden ". " in hun bestandsnamen te voorkomen.
- Als de lokale map een koppelpunt bevat, zullen bestanden in het koppelpunt mogelijk niet worden geback-upt omdat Synology Drive bestandswijzigingen in een koppelpunt niet kan detecteren.
Uw back-uptaken beheren
Dubbelklik op het pictogram Synology Drive Client in het systeemvak om de toepassing te starten en ga naar de pagina Back-uptaak om uw back-uptaken te beheren.
Uw back-up beheren:
- Klik op Onderbreken om de back-uptaak of geplande back-uptaak die wordt uitgevoerd te onderbreken.
- Klik op Hervatten om uw back-up te hervatten.
Om de map die u wilt back-uppen te wijzigen:
- Klik op Back-upinstellingen > Back-upbron.
- Schakel de selectievakjes in van de mappen die u wilt back-uppen en de selectievakje uit van de mappen die u niet wilt back-uppen.
- Klik op Toepassen om de instellingen op te slaan.
Uw back-upregels wijzigen:
- Klik op Back-upinstellingen > Back-upbron.
- Klik op de knop Back-upregels en wijzig uw instellingen.
- Klik op Toepassen om de instellingen op te slaan.
Uw back-upmodus wijzigen:
- Klik op Back-upinstellingen > Back-upmodus.
- Wijzig uw instellingen.
- Klik op Toepassen om de instellingen op te slaan.
De back-uptaakverbinding bewerken:
- Klik op Back-upinstellingen > Verbinding.
- Maak wijzigingen aan de serververbinding of gebruikersnaam en wachtwoord.
- Klik op Toepassen om de instellingen op te slaan.
Opmerking:
- Als u de taak aan een andere NAS-server wilt koppelen, verwijdert u de huidige back-uptaak en maakt u een nieuwe verbinding.
Om een back-uptaak te verwijderen:
- Klik op Back-upinstellingen > Verbinding.
- Klik op de Ontkoppelen knop om de taak te verwijderen.
Opmerking:
- na het verwijderen van de back-uptaak blijven eerder geback-upte gegevens op de server. Dit wil wel zeggen dat alle gegevens opnieuw moeten worden verwerkt bij de eerstvolgende back-uptaak.
Uw bestanden moeiteloos back-uppen
Voer een van de volgende handelingen om automatisch uw bestanden te back-uppen:
- plaats de bestanden die u wilt back-uppen in de back-upmap op uw computer.
- Tijdens de back-up worden de bestanden weergegeven in het tabblad Logboeken naar de toepassing geüpload.
- Klik op Pauzeren of Hervatten in de pagina Back-uptaak in de toepassing.
Opmerking:
- Synology Drive Back-uptaak kan tot drie bestanden gelijktijdig uploaden naar de doelserver.
Geback-upte bestanden en historische versies beheren
Synology Drive slaat historische versies van elk gewijzigd bestand op in overeenstemming met de instellingen in Synology Drive Admin Console. Telkens wanneer u een bestand wijzigt, wordt een back-upversie gemaakt voor het geval u fouten maakt of een oudere versie wenst te herstellen. Dubbelklik in de clientcomputer op het pictogram Synology Drive Client in het systeemvak om de toepassing te starten en naar de pagina Back-uptaak te gaan. Hier kunt u de historische versies van geback-upte gegevens doorbladeren en bestanden van een specifiek tijdstip herstellen.
Om vorige versies van een geback-upt bestand te downloaden:
- Klik op Herstellen om het herstelscherm te openen.
- Selecteer een specifieke datum en tijd in het vervolgkeuzemenu Tijd om de geschiedenis van bestanden te bekijken.
- Selecteer een bestand dat u wilt downloaden en klik vervolgens op Downloaden.
- U kunt ook op Vorige versie doorbladeren klikken om in een oogopslag alle historische versies van het bestand weer te geven en klik vervolgens op Downloaden om de geselecteerde versie te downloaden.
Om een geback-upt bestand of geback-upte map naar een specifiek tijdstip terug te zetten:
- Klik op Herstellen om het herstelscherm te openen.
- Selecteer een specifieke datum en tijd in het vervolgkeuzemenu Tijd om de geschiedenis van bestanden te bekijken.
- Selecteer een bestand dat u wilt herstellen en klik vervolgens op Herstellen. Het bestand wordt hersteld in de desbetreffende directory van de computer.
Om een verwijderd bestand of verwijderde map te downloaden of terug te zetten:
- Klik op Herstellen om het herstelscherm te openen.
- Schakel het selectievakje in naast to Verwijderde bestanden tonen. Na selectie van deze optie worden alle verwijderde bestanden getoond in Versieverkenner.
- U kunt een verwijderd bestand of een verwijderde map downloaden of terugzetten door dezelfde stappen als gewone bestanden te volgen.
Om de voortgang van downloaden of terugzetten te controleren:
- Klik op Herstellen om het herstelscherm te openen.
- Klik op het taakpictogram rechtsboven om de takenlijst te openen.
- Zowel de voortgang van de download- als de hersteltaak worden in de takenlijst getoond.
Opmerking:
- de taaklijst wordt gewist na het sluiten van het herstelvenster.
Voer een van de volgende handelingen uit voor toegang tot uw geback-upte bestanden op uw Synology NAS:
- Meld u aan bij het Synology Drive-webportaal met uw gebruikersgegevens en klik op Computerback-up in het linkerpaneel.
- De van uw computers geback-upte bestanden worden hier opgeslagen.
Opmerking:
- In het back-updoel van de server gemaakte wijzigingen worden niet bijgewerkt op de back-upbron van de lokale computer.
Toepassingsbeheer en instellingen
U kunt de algemene instellingen wijzigen en de gebeurtenisstatus in de Synology Drive Client bekijken.
Logbestanden
Om logboeken te bekijken:
- Dubbelklik op het pictogram Synology Drive Client in het systeemvak om de app te starten.
- Ga naar de pagina Logboeken om uw gebeurtenissen te synchroniseren en te back-uppen.
Meldingen
Meldingen bekijken:
- Dubbelklik op het pictogram Synology Drive Client in het systeemvak om de app te starten.
- Ga naar de pagina Meldingen om meldingen van synchronisatie- en back-upgebeurtenissen te bekijken.
Algemene instellingen
U kunt de instellingen van de algemene toepassing, melding, weergave en proxy wijzigen in pagina Algemene instellingen.
Uw instellingen bewerken:
- Dubbelklik op het pictogram Synology Drive Client en ga naar Algemene instellingen.
- In het tabblad Algemeen kunt u het volgende aanpassen:
- Selecteer of de Synology Drive-toepassing bij aanmelding moet worden gestart.
- Selecteer een standaardactie voor het opnieuw opstarten van de toepassing en de synchronisatieverbinding wordt hervat.
- Selecteer een oplossing voor een bestandsversieconflict.
- Bewaar de laatst gewijzigde versie: Bij een conflict tussen server en bureaubladtoepassing wordt het laatste bestand (het bestand met het laatste Tijdstip laatst gewijzigd) behouden. Als het laatste bestand het lokale bestand op de toepassing is, wordt het bestand op de server een historische versie. Staat het laatste bestand op de server, dan wordt het lokale bestand verwijderd en kunt u de optie Wijzig de naam om de verwijderde versie te behouden inschakelen.
- Bewaar de versie op de server: Bij een conflict tussen server en bureaubladtoepassing wordt het bestand op de server altijd behouden en de lokale versie verwijderd. U kunt de optie Wijzig de naam om de verwijderde versie te behouden inschakelen.
- Selecteer een standaard map voor Synology Drive met een klik op Synology Drive Client in het systeemvak.
- Selecteer de weergavetaal in de toepassing.
- Klik op Toepassen om de instellingen op te slaan.
Opmerking:
- als meer dan een computer hetzelfde bestand wijzigen kunnen er conflicten optreden. U kunt een conflictoplossing instellen om dit probleem op te lossen.
- Te behouden conflicterende bestanden krijgen de naam "[bestandsnaam]_[computernaam]_[gewijzigd op]_Conflict.[bestandsextensie]" (zo krijgt het bestand "a.txt" bijvoorbeeld de naam "a_computernaam_20181001_Conflict.txt").
Meldingsinstellingen bewerken:
- Dubbelklik op het pictogram Synology Drive Client en ga naar Algemene instellingen.
- U kunt in het tabblad Meldingen de instelling Wijzig de naam om de verwijderde versie te behouden wijzigen.
- Klik op Toepassen om de instellingen op te slaan.
Weergave-instellingen bewerken:
- Dubbelklik op het pictogram Synology Drive Client en ga naar Algemene instellingen.
- In het tabblad Weergave kunt u de volgende opties wijzigen:
- Selecteer om tutorialtips weer te geven zodra Synology Drive Client wordt gestart.
- Selecteer om het pictogram minimalistisch systeemvak te gebruiken.
- Pas de stijl van het pictogram en het contextmenu in de gesynchroniseerde lokale map aan.
- Klik op Toepassen om de instellingen op te slaan.
Opmerking:
- de optie pictogram-overlay wordt niet toegepast voor de weergave van taken met Synchronisatie op verzoek.
Proxy-instellingen configureren:
- Dubbelklik op het pictogram Synology Drive Client en ga naar Algemene instellingen.
- U kunt in het tabblad Proxy de optie Automatische detectie selecteren om de proxy-instellingen van het besturingssysteem te gebruiken.
- U kunt ook handmatig uw eigen proxyserver-IP en poort op te geven.
- Tik op Proxy-verificatie inschakelen en voer de gebruikersnaam en het wachtwoord voor proxy-verificatie in.
- Klik op Toepassen om alle instellingen op te slaan.
Opmerking:
- als proxy is ingeschakeld, zal Synology Drive Client altijd een verbinding maken met het Synology NAS via proxy.
- uitsluitend HTTP-tunneling wordt ondersteund. SOCKS 4/5 en andere soorten proxy's worden niet ondersteund.
Om SSL-gegevensoverdrachtcodering in te schakelen:
- Voor nieuwe verbindingen:
- Klik op Maken.
- Selecteer Ander Synology NAS voer uw gebruikersgegevens in.
- Schakel het selectievakje SSL-gegevensoverdrachtcodering inschakelen in.
- Voor bestaande verbindingen:
- selecteer de verbinding die u wilt wijzigen en klik in het vervolgkeuzemenu rechts van de servernaam.
- Klik op Verbinding bewerken, voer uw gebruikersgegevens in en schakel het selectievakje SSL-gegevensoverdrachtcodering inschakelen in.
Opmerking:
- als het voor Synology Drive niet mogelijk is om het SSL-certificaat te verifiëren, betekent dit dat het een onbetrouwbaar zelfondertekend certificaat is of dat iemand probeert om uw verbinding te onderscheppen. Ga naar Configuratiescherm > Beveiliging > Certificaat voor meer informatie.
Persoonlijk gebruik in Team-mappen bewaken:
- Dubbelklik op het pictogram Synology Drive Client en ga naar Algemene instellingen.
- In het tabblad Gebruik vindt u uw persoonlijk opslaggebruik van elke teammap of Mijn bestanden. De totale capaciteit wordt alleen weergegeven wanneer de quotalimiet voor de gebruiker is ingesteld. Denk eraan dat de gebruiksberekening niet beschikbaar is voor het ext4-bestandssysteem.
Synology Drive Client van uw computer verwijderen
Synology Drive Client op macOS verwijderen:
- Ga naar Finder > Toepassing en rechtsklik op de toepassing Synology Drive Client en selecteer vervolgens Pakketinhoud.
- Ga naar Inhoud > SharedSupport.
- Kopieer en plak Synology Drive Client verwijderen naar uw bureaublad.
- Dubbelklik op Synology Drive Client verwijderen om de Synology Drive-desktoptoepassing van uw macOS-computer te verwijderen.